De Nederlandse overheid introduceert twee nieuwe categorieën voor projecten tot een vermogen van 1 Megawatt.
Voor wie gelden de veranderingen?
Om het installeren van zonne-energie-installaties tot een vermogen van 1 Megawatt te stimuleren zijn aan de bestaande regelingen nog twee categorieën toegevoegd. In principe kunnen alle zonne-energie-installaties vanaf een vermogen van 15 kW binnen dit programma subsidie ontvangen. Om deze kleinere installaties meer onder de aandacht te krijgen worden vanaf nu installaties tussen 15 en 100 kW, en installaties tussen 100 kW en 1 MW apart gesubsidieerd. In het verleden ging het grootste deel van de beschikbare gelden echter naar installaties van meerdere Megawatt. In totaal is voor het programma van de overheid een subsidiepot van 12 miljard euro beschikbaar.
De veranderingen op een rijtje (conceptadvies Planbureau voor de Leefomgeving)
- Voor zonne-energie-installaties tussen 15 en 100 kW wordt in de laatste ronde van 2018 een basistarief van 10,2 cent per kWh betaald en voor de beide rondes van 2019 een bedrag van 9,5 cent per kWh.
- Voor installaties tussen 100 kW en 1 MW is de vergoeding 9,8 cent per kWh in de ‘herfstronde’ en 8,7 cent per kWh in 2019 vastgesteld.
- Bij projecten via meer dan 1 MW is een basistarief in dit jaar van 8,9 cent per kWh en voor 2019 van 7,9 cent per kWh vastgesteld. Zonne-energie-installaties van meer dan 1 MW die gebruikmaken van positioneringssystemen brengen dit jaar eveneens 8,9 cent per kWh op en in 2019 is de vergoeding vastgesteld op 7,9 cent per kWh.